Bow Jubail
In TVR 2024-4 bespreekt Richard van ’t Zelfde de recente beschikkingen van de Rechtbank Rotterdam d.d. 25 oktober 2023 (ECLI:NL:RBROT:2023:9936) en d.d. 6 mei 2024 (ECLI:NL:RBROT:2024:4510).
Richard is gespecialiseerd in het vervoerrecht, het handelsrecht en de aangrenzende rechtsgebieden.
In zijn dagelijkse haven- en handelpraktijk behandelt Richard o.a. ladingvorderingen, bevrachtingsgeschillen, aanvaringszaken, hulpverleningszaken, wrakopruimingen, beperkingsprocedures, avarij-grosse zaken, letselschade zaken in de maritieme sfeer, geschillen onder scheepskoopovereenkomsten, werfgeschillen, etc.
Richard’s veelal internationale cliënten bestaan o.a. uit P&I, H&M en Charterer’s Liability verzekeraars, scheepseigenaren, bevrachters, crew managers, terminals, etc.
Richard startte zijn carrière als advocaat in 2001 bij Van der Wiel Advocaten te Rotterdam. In 2004 rondde hij met succes de Grotius Specialisatieopleiding Vervoerrecht af.
Richard publiceert artikelen in de vakliteratuur op het gebied van het vervoerrecht en het procesrecht. Hij was een correspondent van het tijdschrift Praktisch Procederen en co-auteur van Capita Zeerecht (Kluwer, 2004) en Aspects of Maritime Law (Kluwer International, 2008).
In TVR 2024-4 bespreekt Richard van ’t Zelfde de recente beschikkingen van de Rechtbank Rotterdam d.d. 25 oktober 2023 (ECLI:NL:RBROT:2023:9936) en d.d. 6 mei 2024 (ECLI:NL:RBROT:2024:4510).
In TVR 2024-3 bespreekt Richard van ’t Zelfde het vonnis van de Rechtbank Noord-Holland d.d. 31 januari 2024 (ECLI:NL:RBNHO:2024:626).
Titel 20 van Boek 8 BW bevat de Nederlandse wettelijke vervoerrechtelijke verjarings- en vervaltermijnen. Daar waar het ‘droge recht’ voor de reguliere onrechtmatige daadvordering in beginsel een verjaringstermijn kent van vijf jaar (art. 3:310 lid 1 BW), zijn de termijnen in Titel 20 van Boek 8 BW zeer kort. Ter illustratie noem ik enkele van […]
De Rechtbank Rotterdam heeft op 24 juli 2019 een VONNIS gewezen dat op 13 augustus 2019 op www.rechtspraak.nl werd gepubliceerd (ECLI:NL:RBROT:2019:6449). Het vonnis is (o.a.) interessant en relevant voor de CMNI en CDNI praktijk. Uit het vonnis blijkt het volgende. Op of omstreeks 25 augustus 2017 heeft Wijgula (als vervoerder) met Gelsenchem (als afzender) een […]